Homemade bolussen gemaakt door de kleine dikkop 🥰 En lekker dat ze zijn! We hebben het recept gebruikt van Rutger Bakt.

Ingrediënten voor ongeveer 10 bolussen:

Voor het deeg:

  • 400 gram bloem
  • 7 gram zout
  • 7 gram gedroogde gist (1 zakje)
  • 240 ml melk, lauwwarm
  • 60 gram roomboter, op kamertemperatuur
  • 1 ei, op kamertemperatuur
  • 15 gram kristalsuiker
  • 1 eetlepel kaneel

Voor de afwerking:

  • 500 gram bruine basterdsuiker
  • Rasp van de schil van 1 citroen
  • 1 eetlepel kaneelpoeder

Stap 1: Meng alle ingrediënten voor het deeg tot een soepel deeg en kneed dit minimaal 10 minuten door. Het deeg is vrij plakkerig; het kneden gaat daarom het makkelijkst met een mixer met deeghaken. Laat het deeg afgedekt 1 uur rijzen op een warme plaats.

Stap 2: Meng de basterdsuiker met de citroenrasp en het kaneelpoeder. Verdeel dit mengsel op het werkblad. Kneed het deeg kort door en verdeel het in bolletjes van ongeveer 65 gram. Rol ze door een deel van het basterdsuikermengsel en laat ze 5 minuten rusten.

Stap 3: Rol de deegbolletjes vervolgens in de suiker uit tot strengen van ongeveer 40 centimeter. Zorg ervoor dat de deegstrengen goed bedekt raken met de rest van het basterdsuikermengsel. Maak de bolusvorm door de uiteinde van de streng om je duim te draaien en laat de rest van de streng zo verder om zichzelf heen te draaien. Stop het uiteinde onder de bolussen en leg ze op een met bakpapier beklede bakplaat. Laat de bolussen 1 uur rijzen op een warme plaats.

Stap 4: Verwarm de oven voor op 250 °C.
Bak de bolussen 7 tot 9 minuten. Let goed op dat de suiker die los ligt niet gaat karamelliseren: als dat gebeurt zijn de bolussen waarschijnlijk al gaar. Neem de bakplaat uit de oven en zorg ervoor dat je een tweede met bakpapier beklede plaat klaar hebt staan. Leg deze op de bolussen en keer de bakplaten snel om. Laat de Zeeuwse bolussen zo verder afkoelen.

Besmeer met een lekker laag boter.

Eet smakelijk!