Brabantse worstenbroodjes, die horen erbij in het weekend! Tenminste in huize Dikke Koppen 😁 Met dit recept maak je ongeveer 22 worstenbroodjes.

Voor het deeg:
500 gram bloem
300 ml melk
75 gram roomboter
5 gram zout
5 gram suiker
1 zakje gist

1 ei losgeklopt, voor het bestrijken van het deeg.

Voor de worst:
500 gram varkensgehakt
1,5 ei
50 ml melk
1 eetlepel mosterd
90 gram paneermeel
15 gram (zoutarme) gehaktkruiden

Doe de bloem, zout, suiker en gist in een beslagkom. Verwarm de boter met de melk in een pannetje totdat de melk lauwwarm is. Laat de mixer draaien met een deeghaak en voeg beetje bij beetje de melk en boter bij het bloemmengsel. Laat de mixer 15 minuten draaien tot er een mooi deeg ontstaat. Dek het deeg af met huishoudfolie en zet voor 30 minuten in de oven op 30 graden.

Meng alle ingrediënten voor de worst door elkaar en maak er porties van 35 gram van. Rol hier worstjes van ongeveer 10 cm lang.

Verdeel het deeg in porties van 40 gram en bol deze op tot mooie bolletjes en leg deze op een bakplaat met bakpapier. Dek de bolletjes af met een vochtige theedoek en laat weer 30 minuten rijzen in de oven. Haal ze eruit en druk de deegbolletjes plat, en zorg dat ze iets langer zijn dan de worstjes. Leg op elk deeglapje een worst en vouw eerst de korte kanten over de worst en daarna de zijkanten over de worst. Leg de broodjes met de naad naar beneden terug op de bakplaat. Bestrijk de broodjes met het losgeklopt ei. Zet nog 15 minuten terug in de oven op 30 graden.

Haal de broodjes eruit en warm de oven op tot 200 graden. Bak de worstenbroodjes in 30 minuten af. Eet smakelijk!

Tip: Je kunt de worstenbroodjes tot 3 maanden bewaren in je vriezer. Laat de worstenbroodjes wel eerst goed afkoelen voordat je ze invriest.